wat Lieke Klaver ons leert over flow en vertrouwen.

Ze zei het bijna achteloos, tijdens het WK Atletiek in Japan:

“Ik word beter zodra ik moe ben, dan ga ik minder nadenken.”

En Lieke heeft gelijk, volkomen. In één zin vat Lieke Klaver samen wat mentale topprestaties écht drijft.
Niet harder werken, maar dieper vertrouwen.
Wanneer vermoeidheid inzet, stopt het brein met overanalyseren en neemt het lichaam het over.
Daar, precies dáár, begint flow.

Wanneer het denken dimt, komt het lichaam tot leven

Wat vaak gebeurt bij topsporters: zodra het lichaam moe wordt, neemt het brein gas terug.
De controle vervaagt, de ruis valt weg. Wat dan overblijft is puur vertrouwen, ritme en instinct.

In de neurowetenschap heet dat transient hypofrontality: Een tijdelijke verlaging van de activiteit in de prefrontale cortex, waardoor automatische processen meer ruimte krijgen.

Het is de neurobiologische basis van flow, intuïtief handelen en topprestaties onder druk.
het moment waarop je denkbrein (de prefrontale cortex) even dimt, zodat je systeem optimaal kan samenwerken.

Denken	Doen
Analyse	Actie
Controle	Vertrouwen
Bewust sturen	Automatisch preseteren
Kost energie	Vloeiend

Korte samengevat:
Minder analyseren → meer flow.
Minder denken → meer doen.

Wat de sport al begrijpt, vergeet het bedrijfsleven vaak

In de sport gebeurt deze overgang vanzelf. Het lichaam dwingt het brein tot overgave.

Maar in het bedrijfsleven? Daar raakt het lichaam zelden écht uitgeput.
Het hoofd blijft ‘aan’, analyseren, vergelijken, controleren. En precies dáár raakt performance vast.

Performance gaat niet om harder werken, maar om slimmer schakelen.
De kunst is weten wanneer je moet stoppen met denken en durven vertrouwen op wat je hebt getraind.

Van analyseren naar uitvoeren

De kunst is om je brein te trainen om op het juiste moment van denken naar doen te schakelen.
Om je cognitieve rem los te laten en ruimte te geven aan je automatische intelligentie dat deel van je systeem dat weet wat het moet doen zonder dat je er nog over nadenkt.

Dat is waar een neurocoach bij ondersteunt: mensen leren hoe ze onder druk kunnen presteren met vertrouwen, ritme en helderheid.
Niet door harder te duwen, maar door dieper te vertrouwen.

De kracht van self-talk

Lieke legt hier eigenlijk twee mentale technieken bloot: self-talk en trigger words.

• Self-talk is de innerlijke dialoog die je brein aanstuurt. Wanneer die helder, kort en doelgericht is, activeer je specifieke netwerken in je hersenen. Zo zet je je brein in een staat van focus en vertrouwen.
• Trigger words: woorden als “grotere passen”, “blijf ritme” of “door ademhalen” – zijn neurologische commando’s. Ze sturen je systeem precies aan op het moment dat het ertoe doet.

Daardoor neemt je automatische intelligentie het over.
Je lichaam weet wat het moet doen, zonder dat je hoofd ertussen komt.

Van topsport naar top-performance

Of je nu op een atletiekbaan staat, een podium betreedt of een directiekamer binnenloopt de principes blijven hetzelfde.
Presteren op hoog niveau vraagt niet om méér controle, maar om het vermogen los te laten op het juiste moment.

“Flow is geen toeval. Het is trainbaar.”

Meer weten?

Wil jij ook leren schakelen tussen denken en doen en je brein trainen om onder druk in flow te blijven?